
Inhoudsopgave
Meesterwerken op papier door Stefaan Hautekeete
- Woord vooraf
- De kracht van de lijn
De 15e eeuw
- Het detailrealisme van de Vlaamse Primitieven
De 16e eeuw
- Landschappen uit voorraad
- Italiaanse stijl op Vlaamse leest
- Van schoonheidsideaal tot naakte werkelijkheid
- Van kosmisch wereldlandschap tot een stukje natuur
- 'Alleen de natuur is mijn meesteres'
De 17e eeuw
- 'Crabbelingen' uit de schatkamer van de barok
- De Gouden Eeuw van de Noordelijke Nederlanden
De 18e eeuw
- Galante rococo en koel neoclassicisme
Het conserveren en restaureren van tekeningen door Ann Peckstadt en Lieve Watteeuw
Meesterwerken op papier door Stefaan Hautekeete
Woord vooraf
De kracht van de lijn
De 15e eeuw
Het detailrealisme van de Vlaamse Primitieven
De 16e eeuw
Landschappen uit voorraad
Italiaanse stijl op Vlaamse leest
Van schoonheidsideaal tot naakte werkelijkheid
Van kosmisch wereldlandschap tot een stukje natuur
'Alleen de natuur is mijn meesteres'
Tijdens de 16e eeuw kenden de Schone Kunsten in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden een vrij identieke ontwikkeling. Dit veranderde drastisch in de loop van de volgende eeuw door de verschillende politieke, economische en culturele ontwikkeling van de twee regio’s.
In het Zuiden, dat na de val van Antwerpen in 1585 opnieuw onder Spaans bestuur kwam, ging er een krachtig elan uit van de reconciliatie. De kerk en de burgerij deden energieke inspanningen om de altaarstukken die in 1581 tijdens het calvinistisch bewind en de beeldenstorm van 1566 afgebroken of uit de kerken verwijderd waren door nieuwe te vervangen.
Deze schilderijen moesten in hun onderwerpen en afmetingen beantwoorden aan de voorschriften en de geest van de Contrareformatie. Bepaalde aspecten van het late maniërisme en de barok, zoals haar monumentaliteit en pathetische bewogenheid, bleken hiervoor zeer geschikt. Zodoende vond de barokke stijl, die in Italië omstreeks 1590 met Caravaggio en de Carracci’s was ontstaan, algemene ingang in de Zuidelijke Provincies. De barok kreeg er een eigen accent in de schitterende realisaties van de geniale Peter Paul Rubens die een enorme invloed uitoefende op tal van kunstenaars.
Een dergelijke bruisende ontplooiing kende de barok niet in de Noordelijke Nederlanden, waar het kunstwerk onder calvinistische druk uit het kerkgebouw gebannen werd en, in tegenstelling tot de algemene Europese trend, werd afgestemd op het burgerlijk milieu.
Niettegenstaande zijn geheel eigen ontwikkeling, bleef de Nederlandse Republiek in zekere mate ontvankelijk voor vreemde artistieke tendensen. Deze werden aangebracht door de talrijke Zuidnederlandse kunstenaars, die in de laatste decennia van de 16e eeuw uit angst voor de godsdienstoorlogen en -vervolging door de Spanjaarden naar het Noorden emigreerden. Dit fenomeen werkte de uitwisseling in de hand van nieuwe ideeën tussen beide gebieden en droeg bij tot de verspreiding in de Nederlandse Republiek van allerlei vooruitstrevende expressievormen, waaronder de barok.
De 17e eeuw
‘Crabbelingen’ uit de schatkamer van de barok
De Gouden Eeuw van de Noordelijke Nederlanden
De 18e eeuw
Galante rococo en koel neoclassicisme
Het conserveren en restaureren van tekeningen
Preserveren, conserveren, restaureren
Met de term preservatie worden de maatregelen bedoeld die het aftakelen van een kunstwerk of voorwerp kunnen voorkomen. Deze maatregelen zijn onder andere het zorgen voor goede klimatologische omstandigheden zoals een constante temperatuur en relatieve vochtigheidsgraad, het vermijden van direct licht, het opstellen van een rampenplan in geval van brand, overstroming, enz.
Het conserveren gaat een stap verder en heeft rechtstreeks met het object te maken, bijvoorbeeld de tekeningen voorzien van beschermende omslagen van zuurvrij karton en ze bewaren in zuurvrije dozen.
De restauratie is de meest ingrijpende en indien mogelijk zelfs te vermijden fase. Elke ingreep, hoe minimaal ook, betekent immers dat aan de integriteit van het object wordt geraakt.
Het conserveren van tekeningen
Een goede conservering van een collectie tekeningen is afhankelijk van verschillende factoren, waarbij zowel de kunstenaar (onrechtstreeks) als de conservator en de restaurateur een belangrijke rol spelen.
Veel hangt af van de door de kunstenaar gebruikte materialen. De kwaliteit van de grondstof (bijvoorbeeld papier), de gebruikte media (d.w.z. de verschillende soorten schrijf- en tekenmateriaal zoals potlood, inkt, pastel, houtskool enz.) en de aangewende technieken zullen bepalend zijn voor het al dan niet sneller aftakelen van het object.
De kwaliteit en duurzaamheid van papier worden bepaald door de componenten (plantaardige, dierlijke, synthetische vezels en water) en hun eigenschappen. In de eerste helft van de 19e eeuw is men papier gaan produceren van een veel lagere kwaliteit. Vanaf dan werd namelijk houtslijp gebruikt.
Houtslijp bevat stoffen die het papier doen vergaan. Het gaat vergelen en in combinatie met invloeden van buitenaf, zoals luchtverontreiniging, eveneens verzuren. Vroeger werd papier van lompen gemaakt en met de hand geschept.
Door de enorme toename van het verbruik moest de fabricage worden versneld.
Ook de keuze van de media draagt bij tot de duurzaamheid. Inkten kunnen bijvoorbeeld destructief zijn. Zo vormt het ijzerdeel in de galinkt een zuur waardoor een degradatieproces ontstaat dat de letters of tekening langzaam uit het papier doet vallen. Daarom is het belangrijk dat kunstenaar, conservator en restaurateur zich goed informeren over de kwaliteit van het materiaal.
De conservator draagt de verantwoordelijkheid zijn collectie tekeningen in optimale omstandigheden te bewaren en de invloeden die de tekeningen kunnen schaden te beperken. Daarbij kan de conservator een aantal preventieve maatregelen nemen. De klimatologische omstandigheden moeten optimaal zijn: een constante temperatuur van 18 °C en een relatieve vochtigheid van 55 % zijn essentieel. Omdat papier hygroscopisch is (d.w.z. dat het gemakkelijk vocht opneemt), dient men grote schommelingen te vermijden. Bruuske veranderingen veroorzaken immers vervormingen. Het papier gaat zwellen en bij een te hoge vochtigheid kan er schimmelvorming ontstaan. Door droogte gaan de papiervezels krimpen en gaat het papier broos worden en scheuren.
Teveel licht is eveneens schadelijk. Dit kan worden opgelost door het licht in de tentoonstellingsruimte te dempen en de vensters te voorzien van gordijnen en UV-filters om de lichtintensiteit zoveel mogelijk te reduceren.
Het is aangewezen de tekeningen vlak te bewaren. In vele musea en archieven worden tekeningen in te diepe ladenkasten of dozen bewaard. Deze manier van opbergen is zeer nadelig omdat het manipuleren van de tekeningen erdoor wordt bemoeilijkt; de tekeningen onderaan zijn bijvoorbeeld niet gemakkelijk te raadplegen. Bovendien neemt men een gebogen werkhouding aan. Er moeten met andere woorden te veel handelingen worden uitgevoerd die het risico op beschadiging vergroten.
Bovendien worden tekeningen soms zonder enige bescherming in de doos of de lade opgeborgen. Tekeningen op erg broos papier zoals kalken of verzuurde papieren kunnen daardoor onoverzichtelijke schade oplopen.
Tekeningen kunnen beter worden opgeborgen in ondiepe rekken. De dozen kunnen er gemakkelijk worden afgenomen en de stukken aan een geschikte tafel geraadpleegd. De ideale hoogte van de dozen en ladenkasten is maximaal 6 cm. De doos wordt dan nooit te zwaar en kan gemakkelijk worden gemanipuleerd.
De tekeningen moeten worden beschermd door omslagen van zuurvrij karton (zie verder). Deze omslagen of passe-partouts vangen tegelijkertijd de druk op de onderste tekeningen op.
Dit is vooral belangrijk als er tekeningen van verschillende formaten in dezelfde doos worden bewaard. Indien een tekening niet volledig vlak bewaard kan worden, kan hiervoor een speciaal geconstrueerde doos of portfolio worden gemaakt.
Er zijn gespecialiseerde firma’s, vooral in het buitenland, die verschillende soorten opbergdozen, mappen, portfolio’s en enveloppes produceren. Deze materialen zijn zuurvrij en specifiek ontworpen voor conserveringsdoeleinden.
De passe-partouts van tekeningen worden dikwijls vervangen.
Dit gebeurt meestal wanneer de tekeningen worden tentoongesteld of de oude, oorspronkelijke passe-partout vuil en stoffig is of van een slechte kwaliteit karton gemaakt.
Aantekeningen die op de oude passe-partout staan geschreven, moeten op de documentatiefiche worden genoteerd.
Zij kunnen belangrijke informatie geven over de kunstenaar; het kunnen ook aantekeningen zijn van de kunstenaar zelf.
De oude passe-partout kan afzonderlijk worden bewaard.
Het verwijderen van de oude passe-partout moet voorzichtig gebeuren, want meestal werden slechte materialen gebruikt die moeilijk zijn los te maken. Montages of oude restauraties met doorzichtige plakband, hechtstrips van kwalitatief slecht papier, het gebruik van synthetische en moeilijk te verwijderen lijmen (zie conserveringsethiek) zijn veel voorkomende problemen.
De prenten werden vroeger dikwijls gemonteerd en volledig gedoubleerd (d.w.z. voorzien van een papieren drager) op houthoudend karton en strobord. Door de combinatie met slecht verouderde lijmen (bijvoorbeeld verharde lijmfilm van de drager) wordt ook de tekening aangetast door verzuring.
Voor de nieuwe montage van de tekening wordt zuurvrij karton gebruikt. Houtvrije papieren zijn niet noodzakelijk ook zuurvrij. Er worden bij de fabricage namelijk nog andere stoffen gebruikt zoals hulpstoffen (bleekmiddelen en lijmen) die ook verzuring veroorzaken. Firma’s die duurzaam papier verkopen specifiëren de term zuurvrij meestal met de volgende gegevens. De zuurtegraad van papier wordt gemeten en uitgedrukt in een bepaalde PH-waarde. Een PH-waarde beneden factor 7 wordt beschouwd als zuur en daarboven als basisch. Zoals gezegd wordt papier aangetast door verzuring.
Het papier gaat vergelen, bruine vlekjes vertonen en zijn sterkte verliezen. Daarom wordt zuurvrij papier geproduceerd met een neutrale PH-waarde. Bovendien wordt het papier gebufferd, d.w.z. dat er een alkalische reserve aan het papier wordt toegevoegd, waardoor de PH-waarde opgedreven wordt tot 8,5.
Zuurvrij papier is ook vrij van optische witmakers. Witmakers, zoals blauwsel in de was, maken het papier op een kunstmatige manier witter dan wit, maar dit is niet blijvend.
Er wordt verder eveneens een schimmelwerend middel in het papier aangebracht maar dit is enkel efficiënt wanneer het papier in optimale klimatologische omstandigheden bewaard wordt.
Ook de restaurateur heeft een conserverende rol.
De restauratie, het conserveren en de conserveringsethiek worden in wat volgt belicht aan de hand van een case-study: de restauratie van een ingekleurde kaart van Meeuwen-Gruitrode.
De ethiek van het conserveren en restaureren
Voor men met de restauratie begint, is het noodzakelijk dat het object bestudeerd en goed gedocumenteerd wordt.
Foto’s worden genomen vóór en tijdens de behandeling.
Een dossier wordt opgemaakt met een beschrijving van de schadevaststelling en een voorstel voor de nodige behandelingen.
De restauratieve ingrepen moeten zo minimaal mogelijk blijven. De aangewende materialen en technieken moeten de oorspronkelijke materialen en technieken zoveel mogelijk benaderen. Belangrijk is dat de ingrepen reversibel zijn, d.w.z. dat de behandeling gemakkelijk ongedaan kan worden gemaakt zonder het object te beschadigen.
Aanvullingen voor ontbrekende delen moeten zo neutraal mogelijk blijven. Delen die verdwenen zijn, kunnen worden aangevuld, maar zullen zichtbaar blijven als een niet-authentiek deel van de tekening. Indien nodig kunnen kleine toegevingen worden gedaan door het ontbrekende deel van een neutrale basiskleur te voorzien.
Voor de papierrestauratie wordt gezocht naar een duurzaam handgeschept papier (neutrale zuurtegraad). De structuur, het gramgewicht (gewicht per m2) en de tint moeten zo goed mogelijk het origineel benaderen.
De restauratie van tekeningen
De restauratie van tekeningen omvat een breed spectrum van verschillende handelingen die voor elk object anders zullen zijn. De eerste fase bestaat altijd uit het droogreinigen: het verwijderen van vuilpartikels aan de oppervlakte van het papier met een zachte kwast of met een gom. Het voordeel van droogreinigen is dat de nadelen van het bevochtigen voorkomen worden en dat er dus geen wijzigingen in afmetingen optreden.
Bij een natte behandeling in baden moet de kleurvastheid van de tekening worden getest. Wanneer het gevaar bestaat dat de pigmenten uitlopen, is een natte behandeling uitgesloten.
Er kan dan wel worden gewerkt op de vacuümtafel. Door de directe afzuiging van de te gebruiken vloeistoffen is een gecontroleerde werkwijze mogelijk. Bij een reiniging met oplosmiddelen gaan de vezels niet zwellen en zullen de kleuren minder snel uitlopen dan met water.
Als deze methodes niet aangewezen zijn en de vlekken heel erg storen, kan er een zachte bleekmethode worden toegepast.
Elke vorm van bleken heeft echter een destructieve werking op de sterkte van de papiervezels.
Voor de relaxatie d.i. het soepel maken van de vezels en het vlakken van tekeningen kan de ultrasone luchtbevochtiger worden gebruikt (zie case-study) of gore-tex. Dit is een synthetisch weefsel dat waterdamp doorlaat en bijvoorbeeld ook wordt gebruikt voor regenkledij. De tekening wordt geplaatst tussen twee lagen gore-tex en op een vochtige vloei gelegd. De koude damp gaat langzaam door het synthetisch weefsel heen zonder dat er druppelvorming ontstaat; het object wordt lichtjes vochtig zodat de valse vouwen en omgebogen delen gevlakt kunnen worden.
Bij schimmelaantasting, een organische besmetting, moet het object gedesinfecteerd worden. Dit kan door het plaatselijk aanstippen met alcohol. Schimmels zijn zeer moeilijk te isoleren, vandaar dat constante klimatologische omstandigheden belangrijk zijn.
De ontwikkeling van schimmels gebeurt bij een relatieve vochtigheidsgraad van 65 % en hoger vanaf een temperatuur van 25 °C.
Het ontzuren van papier gebeurt door het toevoegen van een alkalische buffer in het papier. Dit kan gebeuren door baden of door verneveling.
Tenslotte is er het herstellen van de mechanische schade en het herstellen van scheuren en lacunes.
Een restauratie kent zijn specifieke problemen en methodes.
Om een te theoretische uiteenzetting te vermijden, volgen wij de restauratie van een 18e-eeuws document op de voet.
Het gaat om een kadastrale kaart van de gemeente Meeuwen-Gruitrode. De restauratie werd uitgevoerd door het atelier Duodecims uit Gent.
De kaart dateert weliswaar uit een latere periode dan de besproken tekeningencollecties, maar de restauratiewerkzaamheden die hier aan bod komen, gelden evenzeer voor andere documenten.
Beschrijving en toestand
Op de kaart staat vermeld: FIGURATIVE CAERTE / DER GEMEENTE / GRUYTROEDE./ Gemaakt door mij gezwooren landmeter I.L Schrijvers / 1794 / TWEEDE DEEL/
Het is een vrij grote, ingekleurde kaart met de volgende afmetingen: vóór het vlakken: lengte 1585 mm, breedte 1194 mm; na het vlakken: lengte 1594 mm, breedte 1207 mm.
Na het vlakken was de lengte dus met 9 mm en de hoogte met 13 mm toegenomen.
Bij de montage van de kaart werden vier planobladen (dit zijn ongevouwen papiervellen) gebruikt, handgeschept gevergeerd (d. i. voorzien van de structuur van het schepraam) en voorzien van een watermerk. De vellen zijn aan elkaar gekleefd met een overlapping die varieert van 15 tot 25 mm. De kaart was gedoubleerd op een katoenen drager en werd onbeschermd en opgerold bewaard.
Door slechte bewaaromstandigheden (opgerold, in een vochtige en stoffige omgeving) had de kaart veel schade opgelopen. Zowel op de rectozijde als op de doublering achteraan zat bijzonder veel vuil. De doublering was beschadigd door infiltratie van stof, waterkringen, roestvlekken en sporen van kattepoten.
De kaart zelf had heel veel mechanische schade opgelopen.
Waarschijnlijk door het onzorgvuldig open- en dichtrollen, waren er vooral inscheuringen met omgebogen delen en ontbrekende delen aan de randen ontstaan. De gebruikte beenderlijm was door veroudering verhard en niet flexibel, wat bij het oprollen vele cracquelures en zwakke punten in de papiervezels heeft veroorzaakt. Dit werd in de hand gewerkt door de vochtschade, waardoor de papiervezels en de drager in textiel waren gaan zwellen. Bij het drogen gingen deze materialen op verschillende wijze reageren en ten opzichte van elkaar anders krimpen, met opnieuw de vele zwakke punten en inscheuringen tot gevolg.
Een tweede ernstige beschadiging veroorzaakt door vocht was de ontwikkeling van een groot aantal schimmelsporen.
Deze schimmelexplosie had zich vooral ontwikkeld tussen de katoenen drager en de kaart zelf vermits de combinatie van verlijming en vocht voor een goede voedingsbodem had gezorgd. Vandaar dat de verkleuring veroorzaakt door schimmels op die plaats veel sterker is. De schimmelvlekken waren doorgedrongen tot op de voorkant van de kaart en tot op de achterkant van de doublering.
Twee grote valse plooien waren merkbaar over de volledige breedte van de kaart. Door concentraties van stof en droog vuil was op verschillende plaatsen vergrijzing merkbaar.
De kaart was hier en daar beduimeld. Onder de letter “E” van “Caerte” was duidelijk de afdruk van een duim te zien.
De kaart is vroeger, vóór de doublering, in geplooide toestand bewaard geweest. Men had ze in vier gevouwen en het patroon van 16 vakken dat daardoor was ontstaan, was duidelijk te zien.
De vakken bovenaan hebben het meeste stof geabsorbeerd.
Zij vertonen de meeste oppervlaktebeschadiging.
Na verwijdering van de doublering waren er verschillende oude papierrestauraties met geruit papier merkbaar.
De restauratie- en conserveringsbehandelingen
De eerste fase bestond uit het droogreinigen van de rectozijde van de kaart met een zachte kwast om al het oppervlaktevuil zoveel mogelijk te verwijderen en het stofzuigen van de doublering aan de achterzijde. Er werd een nareiniging uitgevoerd met gompoeder. Dat poeder bestaat uit fijne rubberkorreltjes. Door de zachte wrijving van het poeder op het papier kon nog veel oppervlaktevuil verwijderd worden. Gefixeerd vuil werd met behulp van gedistilleerd water en een wattenstokje weggenomen.
Het verwijderen van de doublering was noodzakelijk om verschillende redenen. Door de vele inscheuringen, valse vouwen en omgebogen delen was het onmogelijk de kaart te vlakken. Maar de doublering moest vooral worden verwijderd wegens de schimmelaantasting die zich tussen het doek en de kaart had ontwikkeld. Het katoenen doek werd mechanisch verwijderd met een houten spatel. Aan de achterzijde bleef er zeer veel lijmresidu over. De korrelige lijmsporen werden zoveel mogelijk mechanisch verwijderd. Een natte behandeling van de kaart was hier uitgesloten. Na een test op watergevoeligheid van de pigmenten bleek dat vooral de groene pigmenten gingen uitlopen.
In de tweede fase desinfecteerden we de schimmelsporen en pasten een zachte bleekmethode toe. Er werd geopteerd voor bleken omdat de erg storende vlekken op geen enkele andere manier lichter konden worden gemaakt. De donkere vlekken werden plaatselijk aangestipt. Deze behandeling werd een aantal keer herhaald.
Elke vorm van bleken (hoe zacht ook) heeft een destructieve werking op de sterkte van de papiervezels, dus moet men er zich mee tevreden stellen dat de vlekken enkel lichter worden en steeds zichtbaar zullen blijven. Een duurzame behandeling is te verkiezen boven een esthetische.
Daarna werd overgegaan tot het vlakken van de kaart met de ultrasone luchtbevochtiger. Dit is een toestel dat koude waterdamp heel fijn vernevelt en het te behandelen voorwerp lichtjes vochtig maakt. Het voordeel van dit systeem bestond hierin dat de watergevoelige kaart behandeld kon worden zonder ze nat te maken.
Het vlakken van de kaart en het ontvouwen van kleine fragmenten aan de randen van de kaart (ezelsoren) heeft een aantal dagen in beslag genomen. De relaxatie moet traag gebeuren en met veel geduld.
Na het reinigen, verwijderen van de doublering en het vlakken van de kaart kon de derde fase van start gaan.
Deze fase omvatte de papierrestauratie die zowat drie weken in beslag nam. Scheuren en lacunes werden hersteld en opgevuld.
De kaart werd op de lichttafel gelegd en met het restauratiepapier afgedekt. Omdat het licht aan de achterzijde invalt, konden de contouren van de scheuren en lacunes goed gevolgd en uitgetekend worden. Met een naald werd het patroon uitgeprikt en vervolgens gescheurd. De randen van het in te steken stuk zijn door het scheuren vezelig en zullen een vloeiende overgang maken met het oorspronkelijk papier van de kaart.
Er werden drie zuurvrije papiersoorten gebruikt. Voor het herstellen van de scheuren en lacunes aan de versozijde van de kaart werden twee soorten Japans papier aangewend.
Kenmerkend voor Japans papier zijn de lange vezels die een goede hechting geven. De lacunes aan de rectozijde werden opgevuld met een handgeschept papier. De dikte van het papier, zowel van de Japanse soorten als van het handgeschept papier, werd zodanig gekozen dat de uiteindelijke dikte van de twee papieren samen (een Japans papier in combinatie met het handgeschept papier) bij benadering overeenkwam met de papierdikte van de kaart zelf. Door zo te werk te gaan, konden niveauverschillen worden opgevangen.
De gebruikte lijmsoort is een dun stijfsel dat reversibel is.
De kaart werd niet gedoubleerd omdat het papier op zich sterk genoeg was. De scheuren en lacunes werden plaatselijk hersteld.
De laatste fase bestond uit de montage van de kaart. Er is een spanraam gemaakt voorzien van een opgespannen doek om de kaart aan de achterkant te beschermen.
Aan de achterzijde van de kaart zijn langs vier zijden brede stroken Japans papier gekleefd. Deze stroken dienen om de kaart definitief op het spanraam te monteren.
De definitieve lijst rond het spanraam is sober en voorzien van glas.
De kaart zal worden getransporteerd in een speciaal daarvoor gemaakte kist.
Bij het ophangen van de kaart op haar definitieve plaats zullen nog enkele preventieve maatregelen moeten genomen worden. De klimatologische omstandigheden dienen zoals gezegd optimaal te zijn (een constante relatieve vochtigheidsgraad van 55 % en een constante temperatuur van 18 °C). Ook aan de belichting moet de nodige aandacht geschonken worden. Daglicht en rechtstreeks zonlicht zijn schadelijk. De lijst kan worden afgeschermd door middel van een rolgordijn.
Ann Peckstadt
Lieve Watteeuw
Auteursidentificatie:
Stefaan Hautekeete studeerde Kunstgeschiedenis aan de R.U.G. Momenteel is hij werkzaam als attaché aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel waar hij het Tekeningenkabinet, Departement Oude Kunst beheert.
Ann Peckstadt en Lieve Watteeuw volgden een driejarige opleiding papier- en boekconservatie aan het HICOREB (Hoger Instituut voor de COnservatie en REstauratie van het Boek) te Gent. In 1988 richtten ze samen het restauratie-atelier DUODECIMO op. Ze restaureren papier, leder, perkament en boekbanden voor diverse musea en openbare diensten.